De Grot

Als men naar Lourdes komt, dan is dat om naar de Grot te gaan waar Bernadette de Maagd Maria heeft gezien.
Dit is een plaats van gebed, van vertrouwen, van vrede, van respect, van eenheid, van stilte waar wij op verschillende manieren gebruik van kunnen maken :

  1. Tot inkeer komen.
    Vóór de Grot of aan de overkant van de Gave zijn er banken die toelaten om er een tijdje in stilte door te brengen en er alles wat onze gedachten beheert neer te leggen : ons lijden, onze onzekerheden maar ook onze vreugde en onze dankbaarheid.
  2. Steun zoeken tegen de Rots.
    In de Bijbel symboliseert de Rots op spirituele wijze het vertrouwen dat men stelt in God, die de rots is waarop de Kerk is gebouwd, het soliede woord en fundament waarop wij ons leven kunnen bouwen en steun vinden.
    Op dit ogenblik laten de gezondheidsregels ons niet toe om de Rots aan te raken, maar we kunnen dit in ons hart en in onze gedachten doen aan de voeten van de Maagd Maria.
  3. Het Rozenkransgebed bidden.
    Elke dag wordt het Rozenkransgebed gebeden om 15h30 in het Frans, maar op andere ogenblikken ook in andere talen.
  4. Deelnemen aan de Eucharistieviering
    Elke dag wordt de eucharistie gevierd om 10h00 in het Frans, maar op andere ogenblikken ook in andere talen.

GEOPEND
van 6h tot 10h avonds
Vrije toegang

Deelnemen aan de vieringen

+33 (0)5 62 42 20 08
(Nummer zonder toeslag)

Toegankelijkheid : JA

ENKELE GEBEDEN OM U TE HELPEN

Heer Jezus, U bent mijn rots en mijn burcht.
Op U wil ik mijn leven bouwen, mijn plannen, mijn toekomst.
Geef mij daartoe de kracht.
Heer Jezus, ik bid U voor de miljoenen bedevaarders
die met hun handen de rots van Massabielle hebben gepolijst.
Geef hen allen kracht en tederheid.

« Heer, Gij zijt mijn toevlucht, mijn burcht, mijn bevrijder,
mijn rots waar ik toevlucht vind,
mijn schild, mijn behoud en bescherming. » (Ps 18, 3)

WOORD VAN BERNADETTE

« Ik verzeker jullie ervan dat het zelden voorkomt dat er een dag voorbijgaat waarop ik niet aan jullie denk, en vooral wanneer ik het geluk heb om naar de grot te kunnen gaan, is het mij dierbaar daar mijn vrienden in gedachten te brengen aan de voeten van onze goede Moeder. »
André Ravier, « Brief aan Mr. en Mevr. Duvroux », in Bernadette d’après ses lettres, Lethielleux, 2002, p. 38